Landschapsfotografie - Hoe de heide mooi in beeld brengen?
Het is weer zover! De heide staat in bloei. Hoewel door de aanhoudende droogte de kleuren nog niet ongelofelijk fel lijken kan de regen hier hopelijk wat verandering in brengen.
Nu hoe begin je er nu aan, de heide in beeld te brengen. Ik ondervond tijdens de laatste jaren dat er een aantal dingen zijn die je foto doen lukken of juist helemaal niet helpen om een mooie foto te bekomen.
Het gaat niet om de heide
Als je het mij vraagt is de heide niet de hoofdrolspeler bij heidefotografie. Dit klinkt vrij logisch maar vergelijk het met een tuin. Je hebt bloemperken, planten,… die de hoofdrol spelen. Wel heide is het gazon. Het zorgt voor een geheel en zorgt voor een dragend element in je foto, maar het is niet de hoofdrolspeler. Vaak als ik foto’s neem of zie van enkel heide vind ik meestal vrij saai.
Daarom is het niet slecht om een sterk subject te zoeken binnenin de heide. De heide werkt perfect als midden- of voorgrond. Dit omdat hier de paarse kleur meestal een goed contrast geeft met de andere kleuren.
Ik persoonlijk vind het mooier als de heide juist een versterkend element is in het shot.
Dit geldt natuurlijk niet bij macrofotografie (ik ben hier ook geen kenner van), maar zelfs daar kunnen extra elementen als insecten of dingen als dauw of een spinnenweb ook erg tof zijn om je shots interessanter te maken.
Ik maak het liefst gebruik van bomen. Hoe kan het ook anders… In heide gebieden vind je meestal berken of naaldbomen. Deze kunnen voor erg mooie subjects zijn voor je heidefotografie.
Wanneer de heide wel een meer bepalend element kan zijn, is als de er een ‘hoopje’ heide is dat je als voorgrond gebruikt. Daar vergroot je dan je voorgrond als het feitelijk subject.
Wijd, wijder, wijdst
Welke lens kan je nu het best gebruiken. Ik zou zeggen laat je wijdhoeklens maar thuis. Er zijn gevallen, zoals het laatste voorbeeld hierboven, waar je deze wel kan gebruiken. Als ik naar mijn foto’s van de heide kijk merk ik dat de twee lenzen waar ik de meeste foto’s in de heide maak. Dit zijn de Canon 24-105 F4 en de Sigma 70-200 F2.8.
Waarom verkies ik nu deze lenzen boven mijn 16-35mm?
Ten eerste: Less is more. Door een grotere brandpuntsafstand te nemen ga je soms te veel in je foto opnemen. Het lijkt soms erg aanlokkelijk om de hele omgeving in beeld te brengen. Dit zorgt er soms voor dat je subject wat je voor ogen hebt wat verloren geraakt in het geheel.
Het andere voordeel en zeker bij de telezoom-lenzen is dat je compressie creëert. Dit zorgt ervoor dat de verschillende subjecten in je beeld naar mekaar toe worden getrokken en lijken op gelijke hoogte te staan.
Een ander voordeel is dat de heide op een manier evenveel in de "picture” staat als de rest van de elementen van de foto.
Een laatste voordeel aan deze lenzen is dat je de details eruit kun pikken. Zoals hierboven al vermeldt, is het soms moeilijk om een wijds landschap vast te leggen in de heidegebieden. Soms is een klein detail in de omgeving net zo leuk om vast te leggen dan het grote geheel.
Wanneer?
Wat is nu het beste moment om erop uit te trekken? Ik zeg volmondig ‘s morgens. Ten eerste heb je ‘s morgens een kans op dauw, en deze dauw kan dienen als een soort bindmiddel.
Het zorgt voor een afbakening van een ongewilde achtergrond en zorgt zo dus weer voor contrast.
Een ander voordeel om in de ochtend te gaan shooten is dat je minder gejaagd hoeft te zijn. Je krijgt het licht mee in plaats van dat je licht verliest. Ik merk bij mezelf op dat dit ervoor zorgt dat ik beter kan inschatten wat het licht gaat doen en ik een langere tijd kan shooten.
Het licht dat je in de ochtend krijgt lijkt ook wat egaler en minder hard dan licht in de avond. Het licht in de avond is dan weer warmer en heeft een ander effect op de heide.
Je kan ook ‘s avonds beelden maken, maar dan heb je geen dauw en verlies je soms te snel licht om de beelden te maken die je wil.
Nog enkele compositietips
Driehoeken en spiegelen
Driehoeken of andere geometrische figuren kunnen perfect fungeren als een compositieregel om je beeld te structureren. Een driehoek of andere figuur die vaker terugkomt in je beeld maakt het ook interessanter. Je leidt je kijker zo zelf door het beeld en zorgt voor een bepaalde flow in je beeld.
De regel van derde
Misschien wel de bekendste van alle regels. Ook wel de regel waar je altijd kan op terugvallen. Het is vaak ook een goed begin om je beeld te organiseren. Wat vooral belangrijk is, is dat je genoeg balans tussen de verschillende gebieden voorziet.
Kaderen
Een andere manier om je subject in “the picture” te zetten is door het te kaderen door een ander object in de buurt. Bomen en takken zijn hier erg handig voor. Je zorgt er zo voor dat je publiek duidelijk ziet wat het door jou gekozen subject is.
Leading lines
In de meeste wandelgebieden heb je wel paadjes of weggetjes. Deze kunnen perfect dienen als een leading line naar een subject.
Soms is het wel beter het subject niet perfect achter de leading line te zetten maar in juxstapositie. Zodat de de lijnen naar je subject toe leidt.